
Hoe zit het met geluid?
Hoe zit het met geluid?
Hoewel de technische ontwikkelingen van windmolens snel gaan, zijn windmolens niet geluidloos. Het geluid dat windmolens maken, komt door:
• De draaiende rotorbladen (aerodynamisch geluid). De hoeveelheid geluid is vooral afhankelijk van de tipsnelheid (ofwel de snelheid waarmee de tip ronddraait) en de vorm van de rotorbladen. Op het moment dat een rotorblad de mast passeert verandert de ‘klankkleur’ van het geluid.
• De bewegende delen in de gondel, zoals de generator en de tandwielkast (mechanisch geluid). Of én hoeveel geluid die onderdelen maken, hangt af van het type windmolen.
Het geluid verschilt per windmolen. Het is ook belangrijk om te weten dat in de toekomst windmolens steeds hoger worden en ook steeds stiller worden. Ook het ontwerp van de rotorbladen van windmolens ontwikkelt zich zodanig dat ze minder geluid maken.
Geluidniveaus
Er zijn wettelijke afspraken gemaakt hoeveel geluid een windmolen mag maken. Bij de afweging om windmolen(s) ergens ruimtelijk mogelijk te maken, speelt de hoeveelheid geluid die een windmolen toevoegt aan de omgeving een rol. De normen voor de hoeveelheid geluid gelden op de gevel van nabijgelegen woningen. Het geluidsniveau wordt uitgedrukt in Lden. Lden staat voor Level day, evening, night. Dit is een jaargemiddelde van het geluid overdag, ‘s avond en in de nacht. Volgens de regels mag het jaargemiddelde geluidniveau Lden niet meer zijn dan 47 dB. Voor de nacht geldt een aparte norm Lnight van 41 dB. De geluidnorm geldt per windpark, ongeacht het aantal windmolens of het type.
Betekenis van Lden / Lnight
Lden staat voor Level day, evening, night, ofwel het tijdgewogen jaargemiddelde geluidniveau in de dag, de avond en de nachtperiode. ’s Avonds geldt een correctie van +5 dB en ‘s nachts van +10 dB. Er is gekozen voor deze weging om recht te doen aan de omstandigheden. ’s Avonds en ’s nachts zijn mensen vaker in rust, is het omgevingsgeluid minder, maar waait het vaak harder. Daarom wegen de avond en de nachtperiode zwaarder mee dan de dagperiode. Bovendien is er een afzonderlijke norm opgenomen voor de nachtperiode om slaapverstoring te voorkomen: Lnight =41 dB. Dit is het jaargemiddelde geluidniveau in de nachtperiode. Door de verschillende wegingen en methoden van middeling zijn de getalswaarden van Lden, dB en dB(A) niet vergelijkbaar. Hierdoor is Lden 47 dB niet hetzelfde als 47 dB, maar minder.
Geluidkarakter
De normstelling is tot stand gekomen op basis van de verschillende eigenschappen van het geluid van windmolens. Hoe mensen dat geluid ervaren is persoonlijk en afhankelijk van de windsnelheid, het type windmolen en de omgeving. De norm is onafhankelijk van de omgeving en is in heel Nederland gelijk.
Geluid in Culemborg
Als je dan kijkt naar Windwinning Culemborg: Hoe zit het dan met geluid? Volgens de wetgeving mogen woonhuizen dus niet meer dan 47 dB Lden geluid ontvangen. Het voorstel voor het windpark werkt met een ondergrens (molens van 155 meter ashoogte – 232 meter tiphoogte) en de bovengrens (molens van 180 meter ashoogte en 270 meter tiphoogte). Van deze hoogtes kunnen vervolgens de geluidscontouren getekend worden.
Hier zie je de geluidscontouren:
Dus bij de ene windmolen Enercon 160 (E160-5500) krijgen een aantal bewoners dichtbij de molens te veel geluidsoverlast, terwijl bij een andere windmolen Vestas 162 (V162) geen overschrijding van de norm is. Omdat we niet willen dat er te veel geluidsoverlast is, kiezen we het liefste voor molens die stiller zijn. Bovendien kiezen we voor windmolens die je kan bijsturen als het hard waait. Dat noemen we ook wel mitigeren. Bij harde wind – en bij een bepaalde windrichting – wordt de windmolen zachter gezet en maakt hij minder geluid. Bij de E160-5500 resulteert dat in de zwarte stippellijn waarbij geen overschrijding van de norm plaatsvindt.
Tot hoever de windmolens straks te horen zijn in Culemborg hangt van heel veel factoren af. Denk aan windrichting, windkracht en je persoonlijke ervaring met geluid.
Het geluid dat een windmolen produceert is (bij dezelfde windsnelheden) gelijk in de dag, avond en nacht. Er zijn dus geen echte piekgeluiden. Het geluid wordt waargenomen als een geluid met een zoevend karakter. Overdag is dit normaal gesproken niet hoorbaar, maar ’s nachts kan dit afhankelijk van het overige omgevingsgeluid wel waargenomen worden.
Laag frequent geluid
Het RIVM heeft op 29 oktober 2020 deze wetenschappelijke studie gepubliceerd over geluid en windturbines en de relatie tot gezondheidseffecten.
Het RIVM heeft de meest recente wetenschappelijke studies gezocht en de conclusies met elkaar vergeleken. In de samenvatting kan je lezen:
Gezondheidseffecten van windturbinegeluid: een update
Vragen over gezondheidseffecten spelen een prominente rol in lokale discussies over de plannen voor uitbreiding van het windpark in Nederland, Zwitserland en elders. Het Zwitserse Federale Milieubureau vroeg het RIVM de literatuur verschenen tussen 2017 en medio 2020 op een rij te zetten, over het effect van geluid van windturbines op de gezondheid van omwonenden.
Het RIVM en Mundonovo sound research verzamelden de wetenschappelijke literatuur over het effect van windturbines op ervaren hinder, slaapverstoring, hart- en vaatziekten en de stofwisseling. Ook werd bekeken wat bekend is over hinder door de visuele aspecten van windturbines en andere niet-akoestische factoren, zoals het lokale besluitvormingsproces.
Uit de literatuurstudie blijkt dat hinder optreedt als gevolg van geluid: hoe sterker het geluid (in dB) van windturbines, hoe groter de hinder ervan. Uit de literatuur bleek niet dat het zogeheten ‘laagfrequent geluid’ (lage tonen) van windturbines voor extra hinder zorgt tot die gerelateerd aan “gewoon” geluid. Voor andere gezondheidseffecten zijn de resultaten van wetenschappelijk onderzoek niet eenduidig: deze effecten hangen niet duidelijk samen met het geluidniveau, maar soms wel met de ervaren hinder. Deze resultaten onderbouwen de eerdere conclusies van een vergelijkbare opdracht drie jaar geleden.
De literatuur liet duidelijk zien dat omwonenden minder hinder hebben van de windturbines als ze betrokken werden bij de plaatsing ervan. Door mee te kunnen denken over de plaatsing en de balans tussen kosten en baten, ervaren omwonenden minder hinder. Het is daarom belangrijk zorgen van omwonenden serieus te nemen en hen te betrekken bij het planningsproces en de plaatsing van windturbines.
Het hele rapport kan je hier lezen.
Meer lezen op de website van het RIVM over laag frequent geluid.